Jongste Jeugd week 4 (training 1)

Oefening blauw : Speler blauw start met een geflatste bal naar speler rood. Hij/zij neemt de bal open aan en pusht de bal naar de ingelopen speler geel. Hij/zij neemt de bal in de loop aan (boogje om de pionnen) en rondt de bal af met een push met de rechtervoet voor (korte polsbeweging).  Oefening gekleurd : Parcourtje. Speler start bij het witte poortje--> slalom bij de rode pionnen--> om de witte pion--> drie liftjes over de oranje pionnen--> om de witte pion--> dummy + trappetje bij de groene pionnen--> om de witte pion --> rondje om de twee blauwe vierkantjes--> om de witte pion-->finishen bij het zwarte poortje. Oefen eerst een paar keer. Op het einde gaan ze allemaal een keer op tijd het parcour afleggen. Als je een fout maakt (bv een pion raak) krijg je 3 strafseconden. Degene met de snelste tijd wint. Oefening oranje : Partijspel op twee doelen. Zorg dat de bal goed verplaatst wordt als het druk is aan een kant. Oefening rood:  Speler blauw start met een pass naar speler geel. Hij/zij neemt de bal in beweging aan en pusht de bal met de rechtervoet voor de rode pion aan de buitenkant naar speler grijs. Die heeft van tevoren een in-out naar de groene pion gemaakt. Hij/zij neemt de bal aan bij de buitenste rode pion en rondt af.