Oefening rood: 3 vs 1. Aanvaller één (blauw) speelt de bal naar verdediger rood. Die speelt de bal terug naar aanvaller twee. Vanaf dat moment wordt het een 3 tegen 1. Aanvaller drie mag niet in het vierkant komen en moet dus diep blijven staan. De verdediger mag niet buiten het vierkant komen. De aanvallers mogen de bal maximaal drie keer aanraken (per speler!).
Oefening blauw: Overlopertje. Iedereen op een verdiger na heeft één bal en start op de lijn. Je probeert van overkant naar overkant te komen. De verdediger probeert de bal af te pakken en buiten de lijnen te spelen. Als je af bent, help je de verdediger(s) mee. De speler die als laatste over is, wint het spel.
Oefening oranje: Partijspel op twee schuine (in totaal 4) doelen. Zorg dat de bal regelmatig verlegd wordt.
Oefening geel: 3 vs 2. Twee van de drie aanvallers starten met de bal tegenover twee verdedigers. De derde aanvaller mag alleen buiten het vierkant blijven (dus op een goede positie in de cirkel). De twee verdedigers mogen niet buiten het vierkant komen. De drie aanvallers proberen uiteindelijk te scoren.
- In week 2 t/m 6 zal de aandacht liggen op het verdedigen. Minimaal twee van de vier oefeningen zullen daarmee te maken hebben.
- Als je merkt dat kinderen verveelt raken, probeer de oefening dan zelf uitdagender te maken.
- Probeer bij iedere spelvorm (dus met partijtjes en balbezit) de 3 seconderegel in te voeren. Dus de spelers hebben max. 3 seconde om de bal te nemen, anders gaat hij naar de tegenpartij. Dit dwingt hen om sneller te handelen.
in more ways than one
in more ways than one
The Netherlands made history at Paris 2024 with the first-ever golden sweep. Here's what coaches at every level can learn from their dominance.
The best coaches build more than skills - they build connections. Learn how trust-based relationships transform team performance.
England Hockey's coaching roadshow is bringing practical, engaging session ideas to clubs nationwide. Here's what coaches are learning.