Iedereen begint met bal achter de blauwe pion. Als eerst stuiteren ze slalommend door de oranje pionnen heen. Dan lopen ze om de rode pion. Vervolgens pakken ze de bal vast, in hun schotarm (goede houding) en lopen ze been voor been over de hordes heen. Daarna lopen ze om de gele pion en stuiteren ze naar het doel. Daar maken ze drie stappen en een sprongschot. In het doel staan twee pionnen die ze moeten omgooien en er hangen twee hoepels in (met lintje bovenin) waar ze doorheen moeten gooien.
Handball demands explosive power, repeated sprint ability, and the strength to compete physically for 60 minutes. Sport-specific conditioning develops the athletic qualities that underpin elite performance.
Handball matches are won and lost in critical moments. Mental toughness determines who executes under pressure, who recovers from setbacks, and who maintains concentration throughout 60 intense minutes.
Deception is the great equaliser in handball. Smaller, less powerful players can beat defenders through feints and misdirection. Mastering these skills creates breakthrough opportunities against even the most organised defences.