Bewegen met de bal.
- dribbelen
- dribbelen met de rechterhand
- dribbelen met de linkerhand
- dribbel met linker-/rechterhand om beurten
- bal rollen, pakken, rollen enz.
- bal in de lucht gooien, 1 keer laten stuiteren en opvangen enz.
- bal in de lucht gooien en vangen etc.
- gooi de bal in de lucht en spring eraf om hem te vangen enz.
- gooit de bal van achter je rug naar voren met twee handen
- ren en laat de bal rond je middel cirkelen.
- geef bij elke stap een bal onder je knie naar de andere hand
- hetzelfde, nu als je overslaat
- voetbal dribbelen
- bal voor houden: overslaan, rennen, op tenen lopen, op hakken lopen, hakken naar beneden
- schijnbeweging (dummy) als je rent
- geef door als je rent
Handball demands explosive power, repeated sprint ability, and the strength to compete physically for 60 minutes. Sport-specific conditioning develops the athletic qualities that underpin elite performance.
Handball matches are won and lost in critical moments. Mental toughness determines who executes under pressure, who recovers from setbacks, and who maintains concentration throughout 60 intense minutes.
Deception is the great equaliser in handball. Smaller, less powerful players can beat defenders through feints and misdirection. Mastering these skills creates breakthrough opportunities against even the most organised defences.