Aanzetten op verdediger, schijnbeweging, passeren en afronden.
- tijdens de aanloop wordt de bal op werphoogte (schouderhoogte) naar achteren gebracht.
- de derde pas is explosief in de richting waar je heen moet
- in de lucht bekken indraaien
- arm strekken naar achteren
- andere been aantrekken
- bekken terugdraaien
- arm explosief naar voren
- bal nawijzen
- landen op afzetbeen
variatie
- Men kan dit doen vanuit 1, 2, 3 pas ritme
- Afzetbeen = linkerbeen bij rechtshandigen
- Afzetbeen = rechterbeen bij linkshandigen
- afzet 'verkeerde'beenBR>passeren schotarmzijde
0-pas :
- op arm-lengte van de verdediger,voeten schouderbreed uit elkaar,licht door de knieen
- bal in sprong vangen,beide benen tegelijk landen
- moment stil blijven staan om te verdediger te "fixeren"
1e pas :kleine pas links (of rechts bij linkshandigen) om de verdediger de indruk te geven dat je er links (rechts) voorbij wilt
2e pas :grote, stevige, zeer snelle, agressieve stap zijwaarts naast/ langs verdediger te komen,schotarm buiten bereik verdediger
- keuze :
afzet met 'verkeerde' been vooruit de cirkel in en schot op doel
of
3e pas :
- snelle, kleine pas net voor de cirkel, afzetten vooruit de cirkel in en schot
Handball demands explosive power, repeated sprint ability, and the strength to compete physically for 60 minutes. Sport-specific conditioning develops the athletic qualities that underpin elite performance.
Handball matches are won and lost in critical moments. Mental toughness determines who executes under pressure, who recovers from setbacks, and who maintains concentration throughout 60 intense minutes.
Deception is the great equaliser in handball. Smaller, less powerful players can beat defenders through feints and misdirection. Mastering these skills creates breakthrough opportunities against even the most organised defences.