Hockey: Training 9 (DDHC)

Description

Oefening Oranje: Slagtechnieken op doel (forehand). Speler blauw pusht rustig een bal richting speler rood. Hij/zij brengt de bal in de aanname al in de cirkel en schiet zo snel mogelijk op doel. Speler rood mag de bal dus maar maximaal 2 keer aanraken. Op de helft van de oefening wissel je van normale grip naar verkorte grip. Oefening mag op twee kanten uitgezet worden, maar alles moet met de forehand geslagen worden. 

Aandachtspunten:

- Zorg dat de afstand tussen speler en bal goed is (niet te ver weg en vooral niet te dichtbij).
  - De aanname (en dus ook het tikje) moet richting doel zijn en niet recht vooruit.
  - Zorg dat de spelers geen rare lusjes gaan doen voordat de bal geslagen wordt (zie je vaak).

Oefening rood:  Het shootspel. Alle spelers starten in het linkervak. Er is één bal per vak in het spel. De spelers proberen elkaar op de voeten te spelen. Wanneer een speler shoot maakt, moet deze een vak naar rechts. Wanneer deze in het tweede vak ook weer shoot maakt, moet hij/zij wederom een vak naar rechts. Als de speler iemand anders in het tweede of derde vak op de voeten speelt, mag hij/zij een plek naar links opschuiven.

Oefening blauw: Partijspel op drie doelen. Zorg dat de bal regelmatig verlegd wordt als het druk is voor een doel.

Coaching points

- De focus ligt op de aanvallende skills.

- Als je merkt dat kinderen verveelt raken, probeer de oefening dan zelf uitdagender te maken. 

- Probeer bij iedere spelvorm (dus met partijtjes en balbezit) de 3 seconderegel in te voeren. Dus de spelers hebben max. 3 seconde om de bal te nemen, anders gaat hij naar de tegenpartij. Dit dwingt hen om sneller te handelen.

Created by Gijs, Hockey Coach, England