Oefening 1 (blauw): Basistechnieken. In iedere training gaat dit terugkomen. Oefen de push, flats en slag. Let er bij het stoppen van de bal op dat de speler niet te laag staat, maar meer rechtop.
Oefening 2 (oranje): Maak twee teams. Van ieder team staat er 1 speler in het achtervak. Deze spelers zijn 'neutraal'en horen bij het team die de bal als laatste heeft aangeraakt. De rest van de spelers speelt op balbezit en probeert op en neer te spelen van achtervak naar achtervak. 1 keer op en neer is een punt. Het spel gaat vervolgens gewoon door.
Oefening 3 (rood): Speler blauw pusht de bal naar speler rood en sprint zo snel mogelijk om de pionnen heen richting tweede paal. Daar tip je de geflaste bal van speler rood in het doel. LET OP: Speler blauw wacht niet bij de tweede paal maar blijft in de bal doorlopen.
- Tijdens het dribbelen met de bal is drijven beter dan kleine tikjes geven.
- Bij pass-oefeningen zorg ervoor dat het aannemen + passen (2x aanraken) is.
- Maak de oefeningen voor elk leeftijdscategorie uitdagend.
- Houd het strak. Geef de kinderen de kans om tussen de oefeningen door even te kletsen, maar als de oefening start is het ook echt hockey.
Create a resolution to develop your coaching confidence by seizing the opportunity to discover new drills, turn ideas into action and seek advice from the coaching community.
World Rugby has reportedly conceded Aaron Smith's disallowed try in the World Cup final should have stood.
"It is not only useful for staff who are experienced but a valuable tool for those subject staff who have to take teams."